De zweefmolen van Luxwoude
In de zeventiger jaren gingen, maanden voorafgaande aan het dorpsfeest, Durk Maat, Albert Mulder en Wieger Stoelwinder naar de heer Pater die in de buurt van Steenwijk in een woonwagen woonde. Hier werd de zweefmolen besteld voor het komende dorpsfeest. De traditie wilde dat er steevast een fles jonge jenever meegenomen werd en de huur werd beklonken met een borrel. De zweefmolen van Pater stond al jaren tijdens het dorpsfeest in Luxwoude. Hij kreeg daarvoor fl. 150,00 betaald. Maar in 1977 gaf Pater te kennen dat hij om gezondheidsredenen er mee op wilde houden en hij wilde de zweefmolen wel kwijt. Een zweef draaiende houden in zo’n klein dorp was niet bepaald een vetpot en de feestcommissie, met Durk Maat als voorzitter, realiseerde zich dat het wel heel moeilijk, zo haast niet onmogelijk zou worden, om een nieuwe kermisexploitant te vinden.
Tijdens het dorpsfeest in september 1977 werden de koppen bij elkaar gestoken en een groep inwoners van Luxwoude wilde de zweef wel kopen. De mannen kwamen er echter niet helemaal uit. Er was enig gesteggel over de hoogte van het aankoopbedrag. Het was de vrouw van Rein van der Wal, de ‘piekeboer’ aan de Hegedyk, die de knoop doorhakte en zij kocht op zondagavond de zweef voor
fl. 3.250,00. Dit was de mannen toch te gek. De volgende dag hebben 13 mannen elk fl. 250,00 op tafel gelegd en de zweef van mevrouw Van der Wal gekocht. In hoeverre de drank een rol heeft gespeeld, zo aan het eind van het dorpsfeest, dat wil ik hier graag in het midden laten.
Dan heb je wel een zweef gekocht, maar hoe bouw je die op? Rein van der Wal, de eerder genoemde ‘piekeboer’, stelde zijn schuur beschikbaar voor dit doel. De mannen togen aan het werk en begonnen met de opbouw. Pater kwam een paar keer langs om advies te geven. Dat het allemaal niet zo eenvoudig was blijkt wel uit het verhaal van Albert Mulder. “We begonnen te bouwen en kwamen een onderdeel tegen dat we vergeten waren. Weer afbreken en opnieuw beginnen. Daar lag nog een onderdeel dat achter die stangen moest. Weer afbreken en opbouwen”. Kortom er is mening vrij uurtje opgeofferd om de legpuzzel, die zweef heette, in elkaar te krijgen.
Intussen was Durk Maat naar notaris Evert Vellinga in Gorredijk gestapt om de ‘Stichting Zweefmolen Luxwoude’ notarieel vast te leggen. De bestuursleden van het eerste uur waren: Durk Maat, Jan Hijlkema, Hendrik Jan Hummelman, Wieger Stoelwinder en Albert Mulder. Ook moest de stichting ingeschreven worden bij de Kamer van Koophandel in Leeuwarden.
Het was nog erg moeilijk om een verzekeringsmaatschappij te vinden die de zweef wilde verzekeren. De zweef moest voor slechts 3 dagen per jaar verzekerd worden. De premie mocht ook niet een grote kostenpost worden. Uiteindelijk is Friesland Bank Assurantiën bereid gevonden om zowel
brand-/stormschade als aansprakelijkheid te verzekeren.
Dit is ook een van de redenen dat de zweef niet aan andere dorpen wordt uitgeleend. Terwijl toch een aantal dorpen gevraagd hebben om de zweef te mogen lenen.
Pater had alleen de zweef verkocht, maar wilde niet de wagen waarin de zweef was opgeslagen verkopen. Albert Mulder wist later in de buurt van Duinenzathe in Appelscha een wagen op de kop te tikken. Popke Inia heeft die daarna groen geschilderd en die wagen heeft zo’n 25 jaar trouwe dienst bewezen. Een aantal jaren geleden werd er een schuurtje naast het Trefpunt gebouwd waar de zweef nu opgeslagen is.
De ruim 90-jarige zweef is nog een echte ouderwetse molen. Tegenwoordig gaat de bediening van een zweefmolen automatisch met één druk op de knop. De zweefcommissie bedient de molen echter handmatig en dat komt vrij precies. Wanneer de spanningsregelaar te snel overgehaald wordt ‘giet it wolris te bot’. Net na de aankoop kwam de motor te snel op gang, want die liep op pekelwater en werd daardoor snel warm. Maar toen het zout vervangen werd door soda ging het allemaal wat rustiger aan. Je moet er maar op komen.
Op deze foto in juni 1978 werd de zweef gebruikt bij de opening van de fietstunnel onder de Rijksweg A7. V.r.n.l. mw. Inia, mw. Roelenga, Alie Meijer, Jannie de Jong, Froukje Nutters??, mw. Laveccio (met baby), Hanneke de Haan en mw. Koopmans (foto is afkomstig uit het dorpsarchief).
De zweef kwam voor het eerst in juni 1978 in actie. De opening van de fietstunnel werd gevierd. Albert Mulder kan zich dit nog goed herinneren. Het duurde een week voordat de zweef opgebouwd was. En bijna alle inwoners van Luxwoude waren daarbij aanwezig.
Er werden vele manieren bedacht om geld voor de zweef binnen te krijgen.
In oktober 1977 ging er een speciaal schrijven rond in Luxwoude dat opende met de woorden “Dorpsgenoten.....”. Alle inwoners van Luxwoude werd gevraagd een financiële bijdrage te leveren voor reparatie, onderhoud en verzekering van de zweef. De brief werd besloten met GEEF GOED VOOR DE ZWEEF. Deze en nog een latere actie brachten maar liefst fl. 4.000,00 op.
Een andere manier was het meedingen in 1995 naar de “Leefbaarheidswedstrijd Kern met Pit”. Er kwam een regionale jury aan te pas en die adviseerde positief aan de hoofdjury. Aan de Stichting Zweefmolen werd het hoofdpredikaat “Kern met Pit” toegekend met bijbehorende fl. 1.000,00. De gemeente Opsterland verdubbelde dit bedrag nog eens. Tegenwoordig wordt er veel gewerkt met sponsors die ook voor de nodige inkomsten zorgen.
Veiligheid stond natuurlijk hoog in het vaandel. Er werd veel aandacht besteed aan het onderhoud en dit moest gecontroleerd worden. De eerste keuringen vonden plaats in een overgangsperiode. Toen werd de zweef nog aangemerkt als ‘een attractie van eenvoudig ontwerp’. Maar zoals dat gaat, de eisen werden steeds strenger. Er werd eens per twee jaren gekeurd. Er moesten ingewikkelde snelheidsmetingen uitgevoerd en uitgelegd worden. Ook moest er een logboek bijgehouden worden. De huidige bestuursleden Siebe Minkema en Bouke Rijpma zijn jaren geleden naar het pretpark ‘De Flevohof’ getogen, om de kunst van de professionals af te kijken. Ook nu is het “De wens van de overheid om te komen tot een hoger veiligheidsniveau van attracties”. Alle zeilen moeten dan ook worden bijgezet om aan de gestelde eisen te voldoen.
De aankoop van de zweef is destijds een gouden investering geweest. Ook nu nog is de zweef het middelpunt van het dorpsfeest.
Dit is wel één van de meest in het oog springende dorpsverhalen van Luxwoude. Saamhorigheid speelde een hele grote rol. En het was allemaal werk van vrijwilligers. Ook moet niet vergeten worden dat 13 personen fl. 250,00 p.p. neertelden. Dat was voor die tijd erg veel geld. Een prestatie die in een grote stad ondenkbaar lijkt. Kortom dit was Luxwoude op z’n best.
Met dank aan Bouke Rijpma, Marjan Maat en Albert Mulder voor hun medewerking aan dit artikel.
Grada Homans